Je kunt pas op een zinvolle manier beslissen over
"zomertijd" en "wintertijd" als je
óók rekening houd met het sociale ritme.
Wat heb je nu
aan zon terwijl je aan het slapen bent en hoe vaak is het donker
terwijl je op moet staan.
Wanneer je linksboven de tijd van opstaan en slapen gaan invult, tonen de grafieken de veerschillende scenario´s.
In de tabel onderaan zie je hoeveel van het
beschikbare daglicht effectief gebruikt wordt, welk deel
"verloren" gaat terwijl je slaapt en welk relatief deel
donker is in de ochtend nadat je bent opgestaan.
Er van uitgaande dat je zoveel mogelijk daglicht wilt wanneer je wakker
bent, moet het percentage van het daglicht in je actieve periode zo
dicht mogelijk bij de 100% komen.
Het is vervelend als het al licht is wanneer je nog in bed ligt, dus dat percentage moet zo laag
mogelijk blijven. En het is vervelend als je in het donker op moet
staan en nog lang moet wachten tot de zon opkomt, dus dat deel moet
ook zo laag mogelijk blijven.
En dan zul je zien dat er helaas geen perfecte oplossing is. Maar hopelijk kun je met deze site
een betere afweging maken.
Hier een snelle opsomming voor de gemiddelde Nederlander die om 7:00 uur opstaat en om 23:00
uur naar bed gaat.
Niet echt optimaal gebruik van het daglicht, maar tenminste niet zo vaak opstaan in het donker.
Beste gebruik van het zonlicht, niet zo vaak licht terwijl je slaapt, maar in de winter
duurt het wel lang voor het eindelijk licht wordt.
Vrijwel even goed gebruik van het zonlicht als de continue zomertijd,
een behoorlijk compromis voor het gebrek aan licht in de winterochtend terwijl het 's zomers niet zo heel vroeg licht wordt.
Maar ja wel die vervelende wisseldagen...
De "natuurlijke tijd", het zonneritme, de tijd die we eigenlijk zouden moeten hebben volgens onze geolocatie... Tja, het past het minst bij het sociale ritme en scoort alleen goed met "opstaan met licht". ´s Zomers is het echt heel vroeg licht. Alleen geschikt voor mensen die rond 5:30 uur of vroeger opstaan.